In het productie- en toepassingsproces van Onbepaalde vuurvaste gietstukken temperatuur is een belangrijke factor die niet kan worden genegeerd. Het loopt door elke schakel, van materiaalvoorbereiding, mengen, vormen en uitharden tot het uiteindelijke gebruik, en heeft een diepgaande invloed op de prestaties, structuur en uiteindelijke kwaliteit van het gietstuk.
1. Temperatuur begint een rol te spelen in de materiaalvoorbereidingsfase. Voor vuurvaste aggregaten en poeders zijn hun vochtgehalte, temperatuurgevoeligheid en veranderingen in fysische en chemische eigenschappen bij verschillende temperaturen direct gerelateerd aan de stabiliteit en verwerkbaarheid van het gietbare materiaal. Sommige materialen kunnen bij hoge temperaturen faseveranderingen of chemische reacties ondergaan, wat resulteert in verminderde prestaties; terwijl een overmatig vochtgehalte de menguniformiteit en het vormeffect van de materialen zal beïnvloeden. Tijdens het materiaalselectie en -verwerking moeten de temperatuuromstandigheden strikt worden gecontroleerd om een stabiele en betrouwbare materiaalkwaliteit te garanderen.
2. Temperatuur is ook een belangrijke parameter in de meng- en roerfase. Temperatuurbeheersing tijdens het roerproces heeft niet alleen invloed op de vloeibaarheid en menguniformiteit van het materiaal, maar kan ook een aanzienlijke invloed hebben op het activeringseffect van het bindmiddel. Sommige chemische bindmiddelen versnellen de reactie bij hoge temperaturen, waardoor het gietstuk voortijdig uithardt; terwijl een te lage temperatuur onvoldoende activering van het bindmiddel kan veroorzaken, waardoor de sterkteontwikkeling van het gietbare materiaal wordt aangetast. Tijdens het mengproces is het noodzakelijk om de mengtemperatuur en mengtijd redelijkerwijs te controleren in overeenstemming met de kenmerken en gebruiksvereisten van het specifieke bindmiddel om de kwaliteit van het gietbare materiaal te garanderen.
3. De vorm- en uithardingsfase is een van de schakels waarin temperatuur een aanzienlijke invloed heeft. In dit stadium moet het gietbare materiaal uitharden en sterkte ontwikkelen onder bepaalde temperatuuromstandigheden. Het temperatuurniveau en de veranderingssnelheid hebben rechtstreeks invloed op de hardingssnelheid en de mate van het gietbare materiaal. Een te hoge temperatuur kan ertoe leiden dat het gietstuk te snel uithardt, wat kan leiden tot interne spanningen en scheuren; terwijl een te lage temperatuur ervoor kan zorgen dat het gietstuk onvoldoende uithardt, waardoor de uiteindelijke sterkte wordt aangetast. Temperatuurveranderingen kunnen ook verdamping en faseverandering van het water in het gietbare materiaal veroorzaken, waardoor de prestaties verder worden beïnvloed. Daarom moeten tijdens het giet- en uithardingsproces een redelijk uithardingssysteem en een temperatuurcontroleplan worden opgesteld in overeenstemming met de kenmerken en gebruikseisen van het gietstuk om ervoor te zorgen dat het gietstuk volledig kan worden gehard en goede prestaties kan leveren.
4. Zelfs als het gietstuk is gemaakt en in gebruik is genomen, is de temperatuur nog steeds een factor die nauwlettend in de gaten moet worden gehouden. In een werkomgeving met hoge temperaturen moeten gietstukken bestand zijn tegen voortdurende thermische schokken en temperatuurschommelingen, wat hogere eisen stelt aan de hittebestendigheid, slakbestendigheid en thermische schokstabiliteit. Tijdens gebruik is het noodzakelijk om regelmatig de temperatuurverdeling van het gietstuk te controleren en tijdig maatregelen te nemen om prestatieverlies of schade door oververhitting of onderkoeling te voorkomen.